zondag 13 oktober 19.30 uur:
BWV 180 Schmücke dich, o liebe Seele
Bach heeft in zijn cantate voor deze zondag van het kerkelijk jaar een extra feestelijk instrumentaal ensemble gekozen: twee blokfluiten, een traverso, een hobo plus een oboe da caccia, strijkers, en het continuo (cello, contrabas, fagot) verrijkt met een (vijfsnarige) violoncello piccolo. Het centrale beeld is dat van een bruiloftsmaal, waarin Gods liefde voor de mensen wordt gevierd. Het openingskoor en de twee aria’s krijgen de vorm van een dans: resp. een gigue, een bourree, en een polonaise.
Het veelomvattende openingskoor staat in een wiegende 12/8 maat. Temidden van uitvoerige omspelingen waarin de verschillende instrumentgroepen elkaar afwisselen, zingen de sopranen de grote lijnen van de koraalmelodie, terwijl de andere zangstemmen daar dan weer met eigen motieven omheen bewegen.
Dan volgt een opgewekte tenor-aria “Ermuntre dich!” met een buitengewoon virtuoze flauto traverso partij, en violoncello piccolo in de begeleiding. En daarna een recitatief voor de sopraan, overgaand in opnieuw een vers van het centrale koraal, met een bijzonder kleurrijke omspeling door de violoncello piccolo. De alt zingt daarna een groot recitatief begeleid door de twee blokfluiten en continuo; het gaat van vrees naar vreugde, met een extra feestelijk accent op het woord “Freude”.
De tweede grote aria is weer voor de sopraan: “Lebens-sonne, Licht der Sinnen, Herr der du mein Alles bist”, een zonnige polonaise met begeleiding van het voltallige orkest. Daarna zingt de bas een secco recitatief (dus met alleen akkoorden van cello en orgel), uitlopend in een arioso op “deiner Liebe”.
Samen besluiten we de cantate met het prachtig geharmoniseerde laatste couplet van het in deze cantate centraal staande koraal.