zondag 10 november 19.30 uur:
BWV 60 O Ewigkeit, du Donnerwort
Na onze uitbundige BWV 180 in oktober volgt nu een relatief korte maar wel zeer indringende cantate uit Bachs eerste jaar in Leipzig (1723) waarin de meest wonderlijke dingen gebeuren. Het gaat over leven en dood, en over het leven na de dood. Bach noemde zijn cantate een "Dialogus zwischen Furcht und Hoffnung". De tenor vertolkt de hoop, maar die kan weinig tegenover de existentiële angst die de countertenor tot uitdrukking brengt.
Pas vlak voor het slotkoraal treedt ook de bas naar voren, als "vox Christi", met het troostende en tot drie maal toe herhaalde woord uit het boek Openbaringen: "Selig sind die Toten die in dem Herren sterben", waardoor uiteindelijk de hoop het wint.
Heel aangrijpend, en in muzikaal opzicht ook ingrijpend, is vervolgens het slotkoraal.
De melodie die Bach aan het begin kiest voor de uitroep "Es ist genug!" wordt gevormd door drie hele toonsafstanden achterelkaar, een zg. tritonus die destijds eigenlijk niet acceptabel geacht werd ("diabolus in musica").
En ook de harmonieën waarmee hij deze uitroep ondersteunt zijn adembenemend,
en voor zijn tijd zeer uitzonderlijk. Met dit slotkoraal wordt de hele cantate samengevat: Moge ik heengaan in vrede en alle ellende hier op aarde achter me laten... "Es ist genug!"